Met verhalen gaat het klimaat leven
‘Het klimaat’ is een abstract en beladen thema. De bundel Hoopvolle verhalen over het einde van de wereld van Schrijvers voor Toekomst biedt mooie ingangen om klimaat in de klas aan de orde te stellen.

Op school het goede voorbeeld geven, is belangrijk. “Als nu twee, drie van die leerlingen thuis zeggen: Zullen we ook wat tegels eruit halen en plantjes poten? Dan hebben we het vuurtje toch aangestoken”, zegt leraar Matthijs Groeneveld. Beeld: Stijn Rade
Of ze mee wilden komen demonstreren. Leraar en jeugdboekenschrijver Mark Boode, ook aangesloten bij Teachers for Climate, trommelde najaar 2023 enkele collega-schrijvers op om mee te demonstreren op de A12. In de trein terug naar huis ontstond het plan: als we ons nu eens verenigen en samen een verhalenbundel over het klimaat maken? Zo ontstond Schrijvers voor Toekomst, een club van inmiddels zo’n dertig jeugdboekenschrijvers die ‘de zorg voor het leven op onze planeet actief verbinden aan literatuur’. Want via verhalen kun je jongeren laten nadenken over de wereld waarin ze willen leven.
“Voor veel jongeren is klimaat ver van hun bed. Met verhalen kun je het veel dichterbij brengen”, vertelt Thijs Goverde. Hij verwijst naar de onlangs verschenen bundel Hoopvolle verhalen over het einde van de wereld. “De verhalen maken de discussies concreet. Ze gaan niet over ‘de’ boeren, maar over een boerenzoon die moet beslissen of hij het bedrijf van zijn ouders gaat overnemen. Niet over ‘de’ klimaatbeweging, maar over jongeren die bepaalde keuzes maken.” Collega-schrijver Marc ter Horst vult aan: “Ons boek bevat vijftien scenario’s voor nu en de toekomst: stel je eens voor dat, en wat zou jij doen?”
Kinderen zien het somber in
Elin Meijnen, een van de schrijvers en leraar Nederlands op het Kandinsky College in Nijmegen, krijgt het klimaat niet zomaar gesleten bij haar leerlingen. “Pas liet ik een klas kiezen waarover ze wilden debatteren. Er kwamen enkele suggesties en ik vroeg: en klimaat? Ja maar juf, dat dat vind iedereen saai! Ze willen het liever over Trump of gender hebben.”

Elin Meijnen, Marc ter Horst en Thijs Goverde (vlnr) zijn ‘Schrijvers voor Toekomst’, een club van inmiddels zo’n dertig jeugdboekenschrijvers die ‘de zorg voor het leven op onze planeet actief verbinden aan literatuur’. Beeld: Stijn Rademaker
Haar collega Willem Kunst (aardrijkskunde) knikt. “Voor mijn vak zijn migratie en klimaat de big issues. Maar als ik mijn leerlingen vraag wat de grote problemen van de wereld zijn, komt klimaat pas op de vijfde plaats. Toch vind ik het de rol van het onderwijs om dat onderwerp wel op de kaart te blijven houden.” Net als de schrijvers probeert hij dat door het persoonlijker te maken. “Ik vraag bijvoorbeeld: wie wil er later kinderen hebben? En wat gun je hen in het leven? Als je leerlingen vanuit die bril naar klimaatverandering laat kijken, komt het opeens een stuk dichterbij. En dan worden ze wel gemotiveerd.” Daarom is hij ook zo blij met het boek. “Via verhalen kun je heel mooi de discussie over een thema aangaan.”
Als ik mijn leerlingen vraag wat de grote problemen van de wereld zijn, komt klimaat pas op de vijfde plaats
Dat je met fictie een moeilijk thema als klimaat kunt openbreken, bleek ook vorig jaar, toen Ter Horst en Goverde gastlessen gaven voor alle tweedeklassers, van vmbo tot vwo. Ter Horst vertelde, op basis van zijn jeugdboek Palmen op de Noordpool, wat we weten over klimaatverandering en Goverde gaf een schrijfworkshop. Daarna gingen leerlingen zelf een verhaal, brief of krantenartikel over het thema schrijven. “Het ging stromen bij de leerlingen”, vertelt Goverde. “De meesten hadden verhalen van twee, drie kantjes. Daar zaten ook emotionele verhalen bij, waarin duidelijk werd dat kinderen zich zorgen maken en het somber inzien.” Ter Horst vult aan: “Dat komt ook, omdat ze er te weinig van weten. In mijn boeken probeer ik hoop over te dragen en te laten zien dat we nog het nodige tegen klimaatverandering kunnen ondernemen.”
Niet met het vingertje wijzen
Het Kandinsky College koos vijf jaar geleden voor een Life Science-profiel. Klimaat vormt hierin een van de centrale thema’s, naast gezondheid, duurzaamheid, natuur en voeding. “We proberen leerlingen op verschillende manieren bewust te maken van deze thema’s”, vertelt coördinator en leraar geschiedenis Matthijs Groeneveld. “Dat doen we vooral hands-on en concreet. Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld het Klimahaus in Bremen bezocht. En er was dus een literatuur-dag met Thijs en Marc.”
Op het moment dat hij het vertelt, zijn leerlingen buiten bezig om zo’n vierduizend plantjes te poten. Zo verrijst op het schoolterrein een voedselbos van 700 vierkante meter, waarvan het ontwerp is gebaseerd op een schilderij van Kandinsky. Vorig jaar waren de leerlingen al op bezoek bij een voedselbos. “Ze vroegen: kun je dit eten? Wat zit daar in de grond? Een wortel?! Dat waren derdeklassers en die weten dat dus gewoon niet”, vertelt Meijnen.

Leerlingen poten buiten zo’n vierduizend plantjes. Zo verrijst op het schoolterrein een voedselbos van 700 vierkante meter, waarvan het ontwerp is gebaseerd op een schilderij van Kandinsky. Beeld: Stijn Rademaker
Informeren en kennismaken met het onderwerp staat voorop. “We proberen niet met een vingertje te wijzen: dit moet je doen en dat moet je laten”, vertelt Groeneveld. “Het is onze taak te laten zien wat er is en leerlingen te leren nadenken en informatie te beoordelen. Wat ze vervolgens doen, is hun eigen verantwoordelijkheid.”
Zijn collega Kunst knikt. “We kiezen meer voor de beleving dan het belerende. Het gaat erom hen te stimuleren zelf na te denken over de keuzes die ze maken. En waarom ze wel of niet iets willen doen tegen klimaatverandering.” Maar dan wel gefundeerd. “Er zijn altijd leerlingen die zeggen: Ja maar meneer, Trump roept dit of ik lees op Tiktok dat. Dan laat ik ze uitzoeken wat precies de feiten zijn.”
Dus leerlingen zelf laten nadenken en keuzes maken. En, vult Meijnen aan, hen vooral de hoop geven dat ze keuzes kunnen maken. “We moeten het vooral niet zo groot maken dat jongeren lamgeslagen raken. Dat ze denken: laat maar, dat klimaat.”
Schrijvers en leraren kunnen elkaar daarin mooi aanvullen, stelt Ter Horst. “Onderwijs is heel belangrijk voor de olievlekwerking.” Groeneveld knikt en kijkt naar buiten. “Als nu twee, drie van die leerlingen thuis zeggen: zullen we ook wat tegels eruit halen en plantjes poten? Dan hebben we het vuurtje toch aangestoken.”
Ga voor leestips en lessuggesties naar schrijversvoortoekomst.nl
De kracht van verhalen
Wat kan ik als individu doen? Minder vlees eten, korter douchen, vaker met de trein. Maar dat is toch nooit genoeg? Vragen, vragen, vragen. En toen kwam dit boek uit: Hoopvolle verhalen over het einde van de wereld. Een boek dat iedereen zou moeten lezen.’
Dat schreven Meta Oudshoorn en Marjolein van der Aar onlangs op @liefdevoorkinderliteratuur. Op dit Insta-account delen beide leerkrachten van basisschool de Triangel wat ze in de klas zoal met kinderboeken doen. “We zetten in onze lessen echt in op leesmotivatie en leesplezier”, vertelt Oudshoorn. Niet alleen tijdens het vrij lezen, maar ook in de leesles en bij de zaakvakken kun je kinderboeken goed gebruiken. En met deze verhalenbundel over het klimaat zijn ze zeer blij.
“Voor gebruik in de klas zijn korte, afgeronde verhalen heel fijn”, zegt Van der Aar. Ze las bijvoorbeeld het verhaal van Marc ter Horst voor en ging daarna met de klas in gesprek. “Het fijne aan dit verhaal is dat het geruststellend is, het maakt het thema klimaat bespreekbaar zonder dat het te zwaarbeladen wordt.” Oudshoorn vult aan: “Dit verhaal maakt duidelijk: we kunnen wél iets doen tegen klimaatverandering.”
Beide leerkrachten vinden het goed dat er zoveel bekende schrijvers meewerkten aan de bundel. Dat is ook een mooie opsteker voor hun leerlingen, vindt Oudshoorn. “Deze schrijvers maken zich zorgen en kijk eens wat ze voor elkaar krijgen. Bijvoorbeeld dat wij het in de klas nu over klimaat hebben. Zo ontstaat er wat.” Van der Aar vult aan: “Dat is de kracht van verhalen: daardoor gaat zo’n moeilijk thema als klimaat leven voor kinderen.”
De AOb organiseert op 5 juni een gratis wetenschapscollege over dit onderwerp. Interesse? AOb-klimaatcollege