AOb en PO-raad: veel vragen over onderbrengen vso in voortgezet onderwijs
In het coalitieakkoord van 2022 stond het voornemen om het voortgezet speciaal onderwijs (vso) onder te brengen bij het voortgezet onderwijs (vo). De AOb en PO-raad onderzochten wat de wensen en zorgen uit de sector zijn om dit mogelijk te maken. Hieruit blijkt dat er op verschillende vlakken vragen openstaan die beantwoord moeten worden voordat er een vervolgstap gezet kan worden.
beeld: Typetank
Een belangrijke stap bij het onderbrengen van het vso in het vo, was het dichten van de loonkloof. Dit werd mogelijk gemaakt in 2022: de lonen van collega’s in het vso zijn vanaf dat punt gelijk aan die van collega’s in het vo. Tegelijkertijd valt het vso nog steeds onder de cao-po. Benieuwd naar de aanbevelingen? Download het onderzoek
Het is door de vele soorten onderwijs in het vso niet mogelijk om te knippen en plakken vanuit de cao-po. De AOb en PO-raad spraken daarom met ruim 250 medewerkers uit het gespecialiseerd onderwijs. Uit deze gesprekken blijkt onder andere dat onderwijsprofessionals nog zorgen hebben rond thema’s als wetgeving, bevoegdheid, bekostiging en het aantal lesuren.
Leerkrachten in het vso hebben fors minder uren voor andere taken zoals voorbereiding of nakijkwerk
Zo hebben leerkrachten in het voortgezet onderwijs een maximale lestaak van 750 uur, en in het voortgezet speciaal onderwijs 940 uur. Ondanks dat scholen hier zelf invulling aan mogen geven, leert de praktijk dat vso-docenten alle schoolweken voor de klas nodig zijn en daarmee zelfs boven de 940 lesgebonden uren uitkomen. Dit betekent dat zij fors minder uren hebben voor andere taken zoals voorbereiding of nakijkwerk. Hier zijn vervolggesprekken voor nodig.
Aanbevelingen
De AOb en PO-raad pleiten voor een vervolgtraject door de sociale partners en het ministerie van Onderwijs. Wij adviseren om bij hierbij te kijken naar goede voorbeelden uit de praktijk en de geleerde lessen bij het onderbrengen van het praktijkonderwijs vanuit Wet op Expertise Centra (wec) naar Wet op het voortgezet onderwijs (wvo). Hierbij is samenwerking met medewerkers uit het vso essentieel.
