Wetenschappelijk Onderwijs

Alles over de cao Nederlandse Universiteiten

De AOb behartigt de belangen van de leden die werken op één van de veertien Nederlandse universiteiten. 

De onderhandelaars van de AOb zijn op 6 maart 2025 begonnen met een nieuw cao-traject. Sinds 1 juli 2025 ligt er een onderhandelaarsakkoord met daarin afspraken voor een nieuwe cao Nederlandse Universiteiten. Alle bonden en de werkgeverskoepel Universiteiten van Nederland (UvN) peilen op dit moment hun achterban.

De looptijd van de nieuwe cao wordt -als alle achterbannen instemmen- 1 juli 2025 tot en met 30 juni 2026.

De eerdere inzet voorafgaand aan de onderhandelingen van Universiteiten van Nederland (UvN) vind je in deze brief. De cao-inzet van de AOb staat in dit nieuwsbericht, eerder gepubliceerd op de website. 

De 100 euro loonsverhoging in de salaristabellen zorgt ervoor dat medewerkers er in lagere salarisschalen relatief meer op vooruitgaan dan collega’s in hogere salarisschalen

AOb-sectorbestuurder Donald Pechler over het jongste cao-akkoord. 

Cao-afspraken scholing

Alle universiteitsmedewerkers hebben sinds 1 januari 2024 recht op drie ontwikkelingsdagen. Je kunt deze dagen inzetten voor scholing en ontwikkeling om zo je duurzame inzetbaarheid te vergroten. Het gesprek over deze ontwikkelingsdagen vindt plaats in het jaargesprek met je leidinggevende. In dat gesprek gaat het dus over werkafspraken en taken, maar ook welke behoefte je hebt om verder te ontwikkelen. 

Een enquête onder AOb-leden wees uit dat de ontwikkelingsdagen niet bij iedereen bekend zijn én dat er niet altijd jaarlijks een gesprek wordt gevoerd. Weet dat je als werknemer recht hebt op een jaargesprek. Ons advies is om dit jaarlijks bij je leidinggevende aan te kaarten en om een jaargesprek te vragen. 

Alles wat je moet weten over de cao Nederlandse Universiteiten

Dit zijn de belangrijkste afspraken uit de cao Nederlandse Universiteiten 2025-2026. Lees ook het nieuwsbericht over dit akkoord. 

Veelgestelde vragen

In de huidige cao is het uitgangspunt dat de functies 'Universitair Docent', 'Universitair Hoofddocent', 'Hoogleraar' en al het ondersteunend personeel na 12 maanden of 18 maanden bij goed functioneren voor een vast contract in aanmerking komen.

Voor docenten is een afspraak gemaakt dat binnen de sector maximaal 13,5 procent van het onderwijzend personeel een tijdelijk dienstverband heeft. Elke universiteit dient aan dit percentage te werken. Daarvoor is een termijn van drie jaar afgesproken.

Het Lokaal Overleg heeft daarbij een belangrijke rol om de noodzaak van de flexibele schil van onder meer docenten en onderzoekers ter discussie te stellen, waarmee de basis kan worden gelegd om dit te beperken. Een voorbeeld kan het terugdringen van tijdelijke dienstverbanden zijn in deeltijd. 

De ontslagbeschermingstermijn is de termijn die geldt bij een reorganisatie, waarbij gedwongen ontslagen zullen plaatsvinden. De werknemers, die een vast dienstverband hebben en die in de reorganisatie voor ontslag in aanmerking komen, mogen gedurende de ontslagbeschermingstermijn niet ontslagen worden.

De huidige ontslagbeschermingstermijn bedraagt vanaf 1 januari 2025 een termijn van 3 maanden. Daarna kan de arbeidsovereenkomst worden opgezegd met inachtneming van de opzegtermijn van drie maanden.

  • Voor een werknemer met een dienstverband met minimaal 15 dienstjaren aan het begin van de ontslagbeschermingstermijn, is de opzegtermijn vier maanden. Ontslag kan dan pas daadwerkelijk plaatsvinden na 7 maanden.
  • Oudere werknemers met een dienstverband van 15 jaar of meer en die 5 jaar of korter voor de AOW-leeftijd zitten, geldt een ontslagbeschermingstermijn van 12 maanden.
  • Voor de andere werknemers wordt de ontslagbeschermingstermijn per 1 januari 2025 ingekort naar drie maanden. Het ontslag kan daarna met inachtneming van de opzegtermijn van drie maanden worden beëindigd. 

Tijdens de ontslagbeschermingstermijn zijn de werknemers volledig vrijgesteld om ander werk te kunnen vinden. Ook krijgen werknemers een marktconform budget voor professionele hulp voor het vinden van ander werk en blijft de mobiliteitspremie uit de cao gelden. Voor specifieke groepen werknemers kan lokaal worden bepaald dat de ontslagbeschermingstermijn twee maanden later ingaat. 

De studie-afspraak uit het laatste cao-akkoord over AI heeft tot doel te onderzoeken of de toepassing AI kan leiden tot voorkomen of verminderen van werkdruk. Met deze afspraak is niet beoogd om AI onvoorwaardelijk in te voeren bij alle universiteiten. In de studie kunnen de vragen en bezwaren worden meegenomen die AI met zich meebrengt
voor personeel, studenten en het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.

Verder verplicht een AI-verordening van de Europese Unie werkgevers om werknemers AI-geletterd te maken. Dat wil  zeggen werknemers bewust te maken van AI, de mogelijke toepassingen daarvan en het op verantwoorde wijze omgaan met AI. Binnen de AOb is een netwerk dat zich bezighoudt met AI, de mogelijke consequenties en gevaren daarvan voor het onderwijzend personeel en gebruik in het algemeen. AOb onderschrijft de position paper van de Europese vakbonden, ETUCE, met aanbevelingen voor de toepassing en gevolgen van AI. Een van de aanbevelingen is dat AI niet mag leiden tot ontslag van personeel.

Verder krijgt het Lokaal Overleg inzage in data over urennormering voor onderwijs die in de medezeggenschap is afgesproken. Deze data zijn belangrijk om deze met resultaten uit medewerkersonderzoeken te kunnen vergelijken.

Een andere afspraak gaat over promovendi. Zij mogen niet meer dan 20 procent gemiddeld over 4 jaren onderwijstaken verrichten. Het is geen standaardnorm, maar een maximum. Een lager percentage mag ook. Hiermee wordt meer duidelijkheid geboden in de omvang van de onderwijstaken. Daarmee kan de werkdruk worden verlaagd en het werk zich meer op promotie gerelateerde werkzaamheden richten.

Het thuiswerken is geen recht, maar ook geen plicht. Met de werknemer, het team en leidinggevende worden afspraken gemaakt over de mogelijkheden van het thuiswerken. De vergoeding is 2 euro per thuiswerkdag. Het gaat om een netto vergoeding. De internetvergoeding bedraagt 25 euro per maand. 

Universiteiten maken afspraken over de reiskostenvergoeding voor de dagen dat werknemers op de universiteit werken. Het Lokaal Overleg maakt afspraken over het hybride werken.

Jij bepaalt zelf of het gedrag of een handeling van een ander voor jou grensoverschrijdend en/of ongewenst is. De beoordeling of bepaalde gedragingen (verbaal of lichamelijk) voor jou wel of niet toelaatbaar zijn, is subjectief en persoonlijk. Cultuur of maatschappelijke omgangsnomen kunnen hier invloed op hebben. Het kan dus zijn dat iets voor jou niet aanvaardbaar is, maar dit wel is voor anderen. Maak daarom altijd duidelijk waar jouw grenzen liggen.

In de nieuwe cao 2024-2025 is afgesproken dat per universiteit één centraal meldpunt komt voor alle klachten en meldingen rondom sociale veiligheid. Dit meldpunt krijgt een (informatie)loket/doorverwijsfunctie dat voldoet aan nog nader vast te stellen kwaliteitseisen, waaronder in ieder geval de aspecten veiligheid en vertrouwelijkheid. Melders kunnen altijd op één plek terecht en vervolgens naar de juiste hulp of afhandeling worden doorverwezen.

Indien het meldpunt er nog niet is, raadpleeg de website of het intranet van je universiteit voor de meld- en klachtenvoorzieningen. Als lid kun je natuurlijk altijd de AOb vooraf om advies vragen voordat je een stap onderneemt.

In de laatste cao is afgesproken dat de 'Maand van de Vakbond' wordt uitgebreid met een tweede maand. Het is in september, maar universiteiten kunnen daar nu ook een maand aan toevoegen. Als je in die maanden lid wordt van de bond krijg je eenmalig de helft van de contributie -tot een maximum van 100 euro- terug van je werkgever. Een hele fijne regeling dus. Ben je benieuwd naar meer details over deze regeling en of jij er ook gebruik van kan maken lees dan snel verder op onze speciale actiepagina. 

Een geweldige kans om van alle voordelen van het lidmaatschap te profiteren. Versterk je positie als werknemer, maak deel uit van de verandering!

Let op! De Maand van de Vakbond is iets anders dan de reguliere regeling om vakbondscontributie terug te vragen aan het einde van het jaar. Dit is een fiscaal voordeel. Van deze regeling kun je altijd gebruikmaken als je als werknemer lid wordt van een bond. 

Dus bij de start van het lidmaatschap in september of oktober krijg je in het eerste jaar 100 van de werkgever vergoed. Daarna kun je jaarlijks de vakbondscontributie in het keuzemodel arbeidsvoorwaarden (universiteiten) of AVOM (NWO, NWO-I en KB) te laten uitbetalen met fiscaal voordeel.  

Ja, dit kan. Werknemers kunnen via hun werkgever een fiscaal voordeel ontvangen over het betaalde bedrag voor vakbondscontributie. Dit kun je in de cao terugvinden in artikel 5.4 

Het houdt in dat je via je werkgever ieder jaar een deel -30 tot 50 procent- van je contributie terugkrijgt, een fijn voordeel! Om hiervan te profiteren moet je elk jaar de 'jaaropgave vakbondscontributie' inleveren -meestal begin november- bij je werkgever. De AOb stuurt alle leden deze jaaropgave toe. 

Heb je vragen over deze regeling? Vraag dan na bij je werkgever via de hr-medewerker welke stappen je moet doorlopen. Let op! Deze regeling is een andere dan de 'Maand van de Vakbond'. Bekijk ook onze pagina waarin we deze fiscale regeling verder uitleggen of wat je moet doen als je de jaaropgave niet hebt ontvangen. 

Word lid, samen staan we sterk

Hoe meer leden, hoe sterker wij staan bij de volgende onderhandelingen. En als lid stem je mee over cao-voorstellen.